Welcome to Quake city
Door: Jelmer
Blijf op de hoogte en volg Jelmer
05 Februari 2014 | Nieuw Zeeland, Punakaiki
Ondanks dat de chauffeur flink stotterde, onthield dat hem er niet van om ons te voorzien van allemaal leuke weetjes over de omgeving en de steden waar we doorheen reden. En hoewel dat je soms de helft van het commentaar niet verstond, was het wel leuk om te zien dat hij zo trots is op de regio waar hij vandaan komt! Ook deze keer was het uitzicht weer bijzonder mooi. Helemaal omdat volgens de chauffeur deze rit (Blenheim-Kaikoura-Christchurch) in de top 10 van 's werelds mooiste coastal drives staat. En dat kan ik me goed voorstellen, wat een uitzicht!! We reden van baai tot baai, met knalblauwe, woeste zee en puntige rotsen aan de ene kant en hoge bergen met sneeuwresten op de top aan de andere kant. Even later werd dit nog aangevuld door zeehonden die op de plateaus lagen te poseren. We hadden geluk en zaten aan de linkerkant van de bus, een tip van Jill. Hier had je het mooiste uitzicht op de kust. Terwijl ik mijn ogen uitkeek, moest ik Hilja af en toe wakker houden, want die heeft de gewoonte om binnen 5 minuten in dromenland te zijn als ze in de bus zit.. helaas voor haar was daar de rit net wat te mooi voor deze keer.
Voor we bij de kust aankwamen, gingen we door het binnenland. In 2012 heeft in dat gebied een reeks aardbevingen huisgehouden, waardoor de weg wat kuilen & gaten heeft opgelopen. Hierdoor stond ons volgens de chauffeur een bumpy ride te wachten. In de tussentijd hadden we contact (sms) met Jenny. Zij was toevallig diezelfde ochtend aangekomen in Kaikoura en aangezien we min of meer dezelfde plannen hadden, spraken we de dag erna af om ze gezamenlijk uit te voeren: een walk langs de Kaikoura Peninsula en even gezellig wat drinken.
Kreeftmaaltijd
Voor het zover was, moesten we inchecken bij A1 kaikoura motels & holiday park, althans dat hoopten we. We konden niet reserveren en we moesten bij aankomst maar kijken of er nog plek was, want dat wilde hij die ochtend aan de telefoon niet zeggen (erg raar). Als er geen plek was, dan hadden we pech. Dat was het enige dat we van de eigenaar te horen kregen.. Met andere woorden: je voelt je direct thuis.
Het hele kampeerveld bleek echter bij aankomst helemaal leeg te zijn, dus we konden zelf een plekje uitkiezen. Ook tijdens het inchecken was de eigenaar de uitbundigheid zelf. De enige keer dat ik die man heb zien lachen, was toen hij het sanitair van de vrouwen inging om schoon te maken. Er stond toen namelijk een halfnaakte vrouw in de ruimte (in de douches hing maar 1 heel klein haakje om je kleren op te hangen hoorde ik later van Hilja).
Het was een spotgoedkope tentsite, nog geen 2 minuten lopen naar het centrum van Kaikoura. Het was er verder nou niet echt schoon of fris, maar ze hadden wel de beste douches die je je maar kan voorstellen. Niks pisstraal: als je de kraan helemaal openzet, spuit het water je huid nog net niet van je rug. We kwamen laat aan, een goed excuus om vervolgens fish n chips te eten! 's Avonds zaten we in de lounge, waar ook een apart Duits stel zat: de jongen had een baard die naar mijn idee bestond uit elders afgeschoren haren (en dan bedoel ik niet op z'n hoofd) en het meisje zat te breien terwijl ze constant klaagde over dat ze het zo koud had. Dit ondanks dat de temperatuur in de kamer nog net geen tropische waarden aannam. Moest ze maar sneller breien.
Over kaikoura zelf: het is een erg toeristische plek, maar van oorsprong is het al 1000 jaar bewoond door de Maori. Sinds de komst van de Europeanen is het dé thuishaven van de walvisvaart in Nieuw-Zeeland geworden. De walvissen werden in die regio gevangen en verwerkt. Tegenwoordig wordt dat natuurlijk niet meer gedaan. De quore business is enigszins verschoven, want er worden nu veel te dure boottochten en helikoptervluchten aangeboden om de walvissen te spotten. Je kan natuurlijk ook gaan lopen en hopen: wie weet zie je vanaf de kust walvissen (we hebben van een aantal mensen gehoord dat dit hun was gelukt). De naam Kaikoura komt uit de Maori taal en betekent Kreeftmaaltijd: kai is eten/maaltijd, koura is kreeft.
Sealwalk
De volgende dag gingen we lopen met Jenny. Zij had al een kaart met route opgehaald bij de I-site, dus we hadden voor haar hostel afgesproken. De route ging eerst een heel stuk langs de kust, waarbij je op een gegeven moment mooi uitzicht had over de stad, de zee en de bergen. Daarna liepen we, terwijl we de borden "seal colony" volgden, langs een marine reserve en een oude werf. Onze eerste uitgebreide fotostop was bij de seal colony. Vlak bij een parkeerplaats, in het gras en op de rotsen in het water, lagen de zeehonden te luieren. Je kon zo dicht bij komen als je wilde, hoewel er gewaarschuwd werd om niet tussen hen en de zee te gaan staan. Daarnaast was 10m afstand wel gepast volgens het DOC, want ondanks dat ze schattig en vriendelijk lijken, blijven het wilde dieren.
Vervolgens zijn we naar een uitkijkpunt in de duinen gelopen, in de hoop walvissen en/of dolfijnen te spotten. Alles wat we tot dan toe hadden gezien aan uitzichten van Kaikoura verbleekte toch een beetje bij wat we daar zagen. De kraakheldere, blauwe oceaan was daar de eerste paar tientallen meters maar een paar cm diep; vanwege aardbevingen is de voormalige zeebodem daar namelijk omhoog gekomen. Daarna liepen we door en zagen de ene prachtige baai na de andere, bewoond door zeehonden. Ondertussen zochten we naar een pad naar beneden, want het zou toch wel heel mooi zijn om daar (tussen de zeehonden) te lunchen. We dachten zelf wel ergens naar beneden te kunnen lopen, maar dat was zonder bergbeklimmingsuitrusting niet zo goed voor de gezondheid: het bleek een ravijn. Uiteindelijk vonden we een pad en hebben we een uur lang met uitzicht op de oceaan, rotsen en zeehonden zitten lunchen. Die zeehonden hebben trouwens als nadeel dat ze gigantisch stinken en als de wind verkeerd stond, dan smaakte je broodje pindakaas/pasta ineens naar rotte vis door de zeehondengeur.
Toen we weer verder liepen, waren Jenny en Hilja druk aan de babbel. Zo druk dat ze bijna in een dode zeehond (lees: half verteerd karkas) stonden. Iets wat tot mijn grote vermaak een hoop gegil en (later) gegiechel opleverde.
Na de wandeling gingen Hilja en ik nog even de stad in. Hilja kreeg direct bij het eerste het beste winkeltje een goedbedoelde "preek" over dat ze verbrand was en ze zich echt goed moest gaan insmeren. Wel heel goed dat de locals mensen daarop aanspreken, we horen de zonwaarschuwingen namelijk vaker. Daarna gingen we terug naar de tent om te eten en douchen. Om 20:00 uur hadden we opnieuw met Jenny afgesproken, maar dit keer om even wat te gaan drinken. We zaten bij een restaurant/bar en toen we ons eerste drankje ophadden, vroegen we aan de ober of ze zo wilden sluiten, aangezien er al het een en ander werd opgeruimd. Het was geen probleem om nog wat te bestellen, dus dat deden we. Nog geen 5 minuten later werd alles opgeruimd; stoelen en tafels werden naar binnen gebracht en een deel van de beveiligingsdeur werd alvast in plaats gebracht. Een "subtiele" hint dat ze blijkbaar wél dicht wilden. Precies de reden waarom we net iets langer over ons drankje gingen doen. Toen we weer buiten stonden hebben we een afgelegen, stil plekje opgezocht, want wij hadden een fles appelcider gekocht. Aangezien de maximale boete voor het drinken in een liquor ban area $20.000 is, neem je je voorzorgsmaatregelen, maar we hadden een hele gezellige avond.
Haircut
Ik liep al een tijdje te "klagen" over dat mijn haar te lang werd en op een ochtend bood Hilja aan mijn haar te knippen. Toen ze me er van overtuigd had dat het geen wraakactie zou worden vanwege mijn eigen knipkunsten in Wellington, werd ik onder handen genomen. Toen ze klaar was ging ik nog even naar de wc om nog wat extra plukken weg te knippen. Eenmaal teruggekomen liep Dan Panapa (een Maori) langs, die vroeg of ik het goed vond als Hilja zijn haar zou knippen. Dikke prima, zolang Hilja het zelf wil natuurlijk. Ze wilde het wel doen, maar wel met de waarschuwing dat ze dit nooit doet en eigenlijk niet kan. Later bedacht ze zich echter dat ze het eigenlijk helemaal niet wilde, dus zijn we maar bij de man langsgegaan om het te vertellen. In plaats daarvan hebben we een kop thee met hem gedronken en een tijd gebabbeld. Wel leuk om wat dingen over de Maori cultuur te leren van een local, in plaats van een folder/museum. Ondanks dat hij iets teveel grapjes maakte over Hilja's lange benen, was het een prima man. We hebben zelfs een tros (gigantische) sperziebonen en een zelfgemaakte koolsalade van hem meegekregen, hartstikke aardig!
Kaikoura was voor ons een beetje onze vakantie binnen de vakantie, met veel doorgebrachte tijd aan het strand. Verder zijn we nog naar een rommel- en een farmers market geweest. Die laatste viel met ongeveer 10 kraampjes een beetje tegen, helemaal omdat er geen fruit werd verkocht en maar 1 kraam wat groenten had liggen..
De laatste dag zijn we nog een keer naar de zeehondenkolonie gelopen. Deze keer waren er wat meer zeehonden en konden we een paar leuke foto's maken. Ik ging op een gegeven moment op een bankje zitten, waar een zeehond vlakbij lag. Door middel van een grom en "brul" kreeg ik een duidelijke waarschuwing dat ik te dichtbij kwam. Een snelle foto later ben ik maar weer braaf wat verder weg gaan staan.
Canterbury
De volgende stad waar we heengingen, is ook ons eindpunt, maar dan (gelukkig) pas over dik twee maanden: Christchurch. Dit is de hoofdstad van de Canterbury regio en tevens de grootste stad op het zuidereiland. Net als bij bijna elke grote stad, moesten we ook deze keer weer een flink eind lopen naar de camping, namelijk een uur en kwartier. Gelukkig ging het eerste deel hiervan door een gigantische botanische tuin, helaas was de rest van de weg net zo saai als dat de tuin mooi was. De eerste volle dag hebben we eigenlijk niks gedaan omdat we heel slecht hebben geslapen (dat is de afgelopen paar dagen de trend geweest). Even naar een klein winkelcentrumpje in de suburb en wat boodschappen doen vatte de dag wel samen.
Voor de dag erna hadden we gepland om naar het centrum van Christchruch te gaan. We hadden van anderen gehoord dat het nog plat lag van de aardbeving in 2011.. en dat deed het. Overal waar je keek stonden hijskranen & bouwvakkers en waren gebouwen/ruïnes afgezet vanwege instortingsgevaar en andere dingen die niet goed zijn voor de gezondheid. Aan de andere kant zie je wel een hoop creativiteit in de vorm van graffiti en zeecontainers die het tijdelijke nieuwe centrum vormen. Kledingwinkels, restaurants, barretjes en zelfs banken zitten erin, hoewel ik me niet kan voorstellen dat de kluis daar nou zo goed beveiligd is.. Iets buiten het centrum staan 185 lege, witgeverfde stoelen (van maxi-cosi tot bijna koninklijke stoelen en alles daartussen). 1 voor elke persoon die tijdens/door die aardbeving van 2011 is overleden. Ik kan me goed voorstellen dat als het donker is en het slecht weer is, het een beetje aandoet als spookstad (iets wat een hoop mensen ons vertelden).
Net toen we even wilden gaan zitten om onze gesmeerde bammetjes te eten, hoorde ik dat mijn naam werd geroepen. Het waren Jurgen en Laura die net op een terrasje neergestreken waren voor een kop koffie. Even later stonden er twee stoelen bij en schoven wij aan voor een drankje. Een half uurtje gezellig babbelen en koffie drinken later, vervolgden we beiden onze weg. Toen we terug waren op de camping, hebben we geïnformeerd over hoe we het best bij het treinstation konden komen. De dag erma moesten we namelijk al om 08:15 uur in de Tranzalpine zitten. De vrouw vertelde ons dat er een gratis shuttle service was voor gasten van de camping, dat scheelde ons mooi 30 minuten lopen (en dus ook 30 minuten nóg eerder opstaan).
TranzAlpine
Deze keer zou niet de (naked)bus, maar de trein ons naar de volgende plek vervoeren. En niet zomaar een trein, maar de TranzAlpine. Een trein die te boeken staat als 1 van 's werelds mooiste "korte" treinreizen. Je doorkruist daarbij Nieuw Zeeland. In ons geval van Oost naar West; Christchurch naar Greymouth. Dit doe je op het smalste gedeelte van het zuidereiland, maar nog altijd wel een route van 230km, via Arthur's Pass en deels door niemandsland. We kwamen vlak na vertrek door de grootste vlakte in Nieuw Zeeland, waar nog maar 0,5% van de omgeving "native" begroeiing is, dit proberen ze wel te herstellen.
We kregen een koptelefoon (die ik nu trouwens nog steeds gebruik omdat mijn headset is gesneuveld in Kaikoura) die we in konden pluggen. Via die koptelefoon kregen we audiocommentaar vol weetjes en feiten over het landschap en de geschiedenis. Een leuk voorbeeld is dat we over het hoogste viaduct (Staircase viaduct) van Nieuw-Zeeland zijn gegaan: 73 meter. Verder zijn Australië en Nieuw Zeeland als eerste ontdekt door een Nederlander. Australië heette toen dan ook New Holland en in 1645 stond Nieuw Zeeland voor het eerst in de wereldgeschiedenis op een kaart, nadat het door Abel Tasman was ontdekt. Een Nederlandse kaart wel te verstaan.
Het was een prachtige reis, met prachtig uitzicht. De busreizen zijn ook mooi, maar stellen niks voor vergeleken met deze treinreis. Het was de 99$ naar mijn mening dan ook meer dan waard! De omgeving komt trouwens toch echt pas tot z'n recht wanneer je uit je luie stoel komt en "buiten" gaat staan: in het treinstel zonder stoelen en ramen. Met sneeuw bedekte bergen, grote vlaktes en kronkelende riviertjes, alles suist in een aangenaam tempo voorbij. Het enige wat je hoort is het ruizen van de wind en het geweld van de grote diesellocomotief die ons voorttrok. Je ogen en haar zitten na een tijdje buiten gestaan te hebben ook vol roet, aangezien je constant in de dampen van de motor hangt. Niet de meest gezonde plek, maar je moet wat over hebben voor mooie (prachtige!) ervaringen en foto's.
Noah's Ark
Al veel te snel kwamen we aan in Greymouth. Dit was de leukste plek tot nu toe, niet qua stad, wel qua accommodatie. We konden onze tent namelijk opzetten in de ruime ('s nachts donkere) tuin van Noah's Ark Backpackers. Een hostel waar we ons vanaf het moment dat we binnenstapten al thuis voelden. Het was er heel huiselijk: een gezellige tv-kamer en dining area met piano, radio en spelletjes, een golden retriever: Buzz en kat: Jess, hangmatten in de tuin, banken met in het midden een vuurplek en een keuken waar je goed met veel mensen kan koken. De mensen zelf (net zo belangrijk natuurlijk), waren ook allemaal heel vriendelijk. Het was dan ook even een oplaadpunt na een aantal nachten soms letterlijk niet kunnen slapen.
Shantytown
Maar we hebben natuurlijk niet alleen spelletjes gedaan en stilgezeten. Via bookme.co.nz had ik kaartjes gevonden voor Shantytown; een replica van een 19e eeuws gold miners town, maar wel met veel originele gebouwen en spullen van die tijd. Normaal kost een ticket $31,50 per persoon (excl 7$ voor goudzoeken), maar wij hadden ze gekocht voor $17 per persoon (incl goudzoeken). Daarnaast konden we van het hostel gratis fietsen lenen, wat ons weer een taxirit van $30 per enkeltje bespaarde! Als we dit hadden willen doen met een "georganiseerde" bustour, dan hadden we $95 p.p. moeten betalen!
In Shantytown rijdt een stoomtrein van 137 jaar oud die 200 pk produceert en voor het dagelijkse gebruik daar alleen al een halve kon kolen en 3000l water per dag verbruikt. De trein neemt je mee over een spoor dat er al ligt sinds de gold rush tijd. De geschiedenis van de west coast van Nieuw Zeeland wordt getypeerd door deze goldmines. Het park geeft je een beeld van hoe een typisch goudmijnersstadje er in die tijd uitzag.
Na de treinrit en een blik in een oude houtzagerij, gingen we zelf goudzoeken. Goudzeven wel te verstaan; je krijgt een soort schaal met daarin goudrijke grond. Door middel van water spoel je vervolgens alle steentjes, aarde en zand weg, totdat je alleen (een heel klein beetje) goud overhoudt. Het is uiteraard een leuk souvenirtje om je eigen gevonden goud mee naar huis te nemen. Naast deze dingen waren er ook een waterrad, postkantoor, hotel, theater, drukkerij, school, ziekenhuis, gevangenis, juwelier, bank, brandweerkazerne, hoefsmid, black smid, etc. aanwezig. Allemaal in de 19e eeuwse stijl. Tenslotte hadden ze een treinloods waar 3 zeer zeldzame locomotieven (Oppossum 1875, Climax 1912 en Heisler Nr.1494 uit 1924) staan gestald, allemaal in hun originele staat. Leuk om een keer een dagje doorheen te slenteren.
Uiteindelijk hebben we een korte loop door het regenwoud gedaan, waar je op het einde een leuk uitzicht had over het stadje. Onderweg viel mijn oog ineens op een blauwe paddestoel. Heel gek om te zien, net alsof iemand een witte paddestoel blauw heeft geverfd en heeft teruggezet. Alleen grote smurf ontbrak nog. Toen we bij de receptie vroegen wat voor 1 het was, wisten ze het niet. Wel vroegen ze of ik de foto door wilde mailen, geen probleem natuurlijk!
2 vliegen in 1 klap
Daarna zijn we weer op onze te kleine fietsen gestapt om de 11 km terug te fietsen naar het hostel. Even over de fietsen: het waren hele kleine, gammele fietsjes. Bij Hilja kraakte de ketting dusdanig dat ze op de heenreis niet heeft durven schakelen en bij mij zat m'n stuur los, waardoor ik om de zoveel tijd even moest stoppen om m met een steen weer vast te slaan. Dit ging prima, totdat op een gegeven moment de steen brak en bij de volgende slag mijn ringvinger tussen de steen en de ijzeren (holle) zijkant van het stuur zat. Logisch gevolg: mijn ringvinger ziet er nu, met twee flinke bloedblaren en een diepe snee vanaf mijn nagelriem tot onderaan de bloedblaren, niet zo smakelijk meer uit. De laatste 7 kilometer fietsen ging dan ook best wel onhandig (ha-ha, een woordgrap).
Toen we de ochtend erna onze spullen hadden ingepakt, mochten we tot 14:00 uur blijven hangen in het hostel. En aangezien de bus pas om 13:15 uur ging, hebben we daar deels gebruik van gemaakt. Dat was ook het moment dat we er achter kwamen dat je 3 uur per dag kon werken voor verblijf en gratis internet, wassen, en alle andere faciliteiten. Jammer dat we er pas achterkwamen toen we bepakt en bezakt weg wilden lopen, want we hadden er graag gebruik van gemaakt! We zouden bijna een weekje langer voor blijven..
Pancake rocks en blowholes
Nadat we snel voor twee dagen boodschappen hadden gedaan, stapten we in de bus naar Punakaiki. Punakaiki is een heel, heel klein plaatsje. Het heeft alleen 3 cafés en that's it, Hahei is er groot bij. Qua eten was het geluk dat dit, met maar 2 nachten, ons kortste verblijf tot nu toe zijn. De middag dat we aankwamen hoorden we dat de blowholes die dag heel mooi zouden zijn, dus we hebben snel onze tent opgezet, wat gegeten en zijn direct die kant opgelopen. We hadden geluk, want het was net vloed en ze hoge golven waren een goede voeding voor de blowholes. Die spoten een aantal meters de lucht in, begeleid met een apart voortstuwend blaasgeluid. Je wordt op die plek even geconfronteerd met de krachten van de zee. Als je daar in zou vallen, was je vissenvoer. We hoorden van een vrouw dat als we geluk hadden, we een sonic boom hoorden. Dit gebeurt als de golven op de juiste manier en genoeg kracht in de geërodeerde rotsen slaan. Dit resulteert in een knal die je (schijnt) tot een aantal verderop kilometers kan horen. Ondanks dat we dat niet hebben gehoord, was het wel een leuke ervaring! Iets verder liepen we tussen de pancake rocks: sterk verweerde kalksteenrotsen, die laagje voor laagje zijn opgebouwd; net als een pannenkoekenstapel.
Vlak achter onze camping lag een strand, hier hebben we die avond genoten van een prachtige zonsondergang! We waren trouwens niet de enige, het leek wel alsof de hele camping daar schouder aan schouder stond om foto's te maken.
Sandflies
Ik heb het er al eerder over gehad: zandvliegen, een typisch Nieuw Zeelandse plaag. We worden letterlijk belaagd door die beesten, zeker hier aan de westkust. Als je de rits van de tent ook maar een minuut open hebt, dan zijn er 10 naar binnen gevlogen. Ook al heb je een lange broek en shirt met lange mouwen aan, ze krijgen je als nog te pakken! Het enige dat écht helpt is elk stukje blote huid om de twee uur in te smeren met insect repellent. En dit doe je na de eerste keer heel zorgvuldig, want de zandvliegen hebben je in de tussentijd laten weten welke plekjes je hebt overgeslagen, hoe klein dan ook. Als je 's avonds ergens rondloopt (en dan helemaal als je in de buurt van water bent), dan is het helemaal erg. Ze prikken je dan met z'n drieën tegelijk in je lip als je niet oplet, ik spreek uit ervaring. Mijn armen en benen zien er met alle opengekrabde bulten inmiddels uit als de pizzaface van een puber.
Punakaiki
Dag eerste en enige volledige dag in Punakaiki was een actieve. Om kwart over 10 waren we al aan de wandel. Als eerst hebben we een track van ruim 10km gelopen langs de Pororari rivier, door het dikbeboste regenwoud. Het leek ineens alsof je ergens dichtbij de evenaar rondliep: echte Junglebook jungle om het zo te zeggen. Af en toe gingen we even als een echte Ray Mears offroad om een mooi uitzicht over de rivier te krijgen. Toen we om een uur of 1 terug waren, zijn we nog naar een plek gelopen waar je baby Blue pinguïns kan zien. Het was een prachtige baai, waar de rotsen gevormd waren door de woeste zee. We hebben er een half uurtje gelopen, maar zijn daarna teruggegaan omdat het vloed werd en de pinguïns te goed waren in verstoppertje spelen. We lazen later dat de grootste kans om ze te zien twee uur voor en na zonsopgang en -ondergang was. Diezelfde avond stonden we braaf om 20:00 uur weer bij dezelfde baai, maar wederom waren er weinig dingen die door konden gaan voor pinguïn. Wel hadden we daar opnieuw een prachtige zonsondergang!
Ergens wel jammer om alweer na 2 nachten weg te gaan, want Punakaiki is een plek waar we ons makkelijk een stuk langer hadden kunnen vermaken (mits er een supermarkt zou zijn)! En door de walks in Kaikoura, de busritten en de track in Punakaiki kan ik ineens heel goed begrijpen wat iedereen bedoelde toen ze zeiden dat het zuidereiland nog veel ruiger en mooier is dan het Noordereiland. Maar klagen over het verdergaan doen we niet, want de volgende stop is in gletjer territorium: Franz Josef! Iets waar ik al sinds het begin van de reis naar uitkijk, hopelijk is het net zo mooi als in mijn verbeelding en als op de foto's van Google.
-
07 Februari 2014 - 13:07
Carl En Marion:
Hallo Jelmer en Hilja, Wat een fantastische reis maken jullie! Mooie foto's bij het reisverslag. Nog heel veel genietmomentjes. Liefs, Carl en Marion. -
11 Februari 2014 - 12:37
Bea:
Hallo Jelmer,
Blijft leuk om je verhalen te lezen!
En ook hele mooie foto's!!!
Groetjes, Bea
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley