Thank the duke of Marlborough - Reisverslag uit Blenheim, Nieuw Zeeland van Jelmer Bron - WaarBenJij.nu Thank the duke of Marlborough - Reisverslag uit Blenheim, Nieuw Zeeland van Jelmer Bron - WaarBenJij.nu

Thank the duke of Marlborough

Door: Jelmer

Blijf op de hoogte en volg Jelmer

27 Januari 2014 | Nieuw Zeeland, Blenheim

Een van de dagen waar we stiekem al een hele tijd naar uitkeken was eindelijk aangebroken: de dag dat we naar het Nomads Backpackers hostel in hartje Wellington gingen. Aangezien we gewoon om 10:00 uur uit moesten checken en het vanaf Lower Hutt maar een half uurtje met de bus was naar het hostel, hadden we wat tijd te doden in het centrum voordat we in onze kamer konden. Zelfs de meest vriendelijke glimlach kon de schoonmaakploeg niet sneller laten werken, dus de inchecktijd bleef, ook toen wij het vroegen, gewoon 14:00 uur (of zoals ze hier zeggen 2pm). Wel mochten we onze backpacks tot die tijd in een bagageruimte leggen. Helaas zat die vol, maar na een tweede vriendelijke glimlach mochten we ze achter de bar van het café leggen. We moesten de backpacks alleen weer voor 15:00 uur ophalen, want dan gingen de deuren open. Geen probleem, aangezien wij braaf om stipt 14:00 weer voor de deur zouden staan.

Hilja had zich bij de I-site genesteld en ik ging even naar de bieb. Waarom? Omdat ik wat gel in mijn haar wilde doen en ze daar een openbaar toilet hebben. En nee, ik ben niet ijdel, maar mijn haar is inmiddels dusdanig lang dat ik zonder gel zeer weinig meer zie. Op de terugweg hoorde/zag ik een ouder Nederlands stel (dik in de 80!!) zoeken naar de I-site. Aangezien ik daar ook weer heen ging, heb ik ze de weg gewezen en ondertussen hebben we even kort gebabbeld. Hilja en ik zijn toen in het park bij de I-site gaan zitten en na 3 minuten kwamen de Nederlanders al kakelend weer naar buiten. Ze kwamen bij ons zitten, want zij moesten ook tot 14:00 uur wachten. Na een hoop verhalen over vroeger (de oorlog), was het ineens kwart voor 2. Voor hun hoogste tijd om weer naar de I-site te lopen, want ze wilden niet te laat zijn voor hun excursie.

Ik ben toen nog even naar de Bivouac outdoor gelopen, want ik had eindelijk een idee voor mijn kerstcadeautje: een mes. Thuis heb ik vaak een zakmes bij me, terwijl ik er daar (op letterlijke appeltjes schillen na) niet zo heel veel gebruik van maak. En nu heb ik er vaak 1 nodig, maar heb ik er geen. Ik had al wat rondgekeken, dus 40$ en 5 minuten later stond ik alweer buiten met mijn kerstcadeautje. Dit keer geen Opinel, maar een Gerber.

Om 14:01 (fashionably late) stonden wij voor het hostel klaar om in te checken. We kregen kamer 306, compleet met eigen douche, toilet, flatscreen, queensize 2persoonsbed en een kingsize 1persoonsbed (of zoals ik het noem: het bagagebed). Voor ons natuurlijk een gigantische luxe. Hilja wilde haar pony graag geknipt hebben en ze vroeg of ik dat wilde doen. Ik zei uiteraard "ja".. How hard can it be? Ik kreeg als instructie dat de lengte van het haar op de wenkbrauwen moest zijn, dus ik was helemaal op die dingen gefocust. Het resultaat: een pony die heel mooi meegolfde met de wenkbrauwen.. oeps.

Mount Victoria
Na wat hair repair knipwerk, hebben we de bus gepakt naar Mount Victoria, daar heb je een mooi uitzicht over heel Wellington. Toen we richting de bus liepen, kwamen we Jenny tegen: het meisje waarmee we een tijdje hadden gebabbeld in de bus vanuit New Plymouth. Zij vertelde dat ze het niet zeker wist, maar dacht (ze had het gehoord bij de I-site) dat er geen vuurwerk zou zijn met oud en nieuw. We zouden elkaar in ieder geval op de hoogte houden via sms. Dan konden we elkaar ook nog opzoeken en een nieuwjaarsdrankje doen. Op Mount Victoria keken we uit over de hele stad; van de suburbs tot de grote winkelstraten en van de haven tot de vliegtuigen die landen en opstijgen. Iets anders wat we zagen waren wolken en de regen die daaruit viel. Helaas zagen we ook dat die wolken onze kant opkwamen en 10 minuten later stonden we alweer te schuilen onder een boom tot de bus kwam.

Tussen 18:00 en 19:00 uur kan iedereen die in het hostel slaapt een voucher ophalen voor gratis eten. Je hebt dan een snackportie en voor 2$ wordt die geüpgraded naar een maaltijdformaat. Aangezien je voor 4$ niet zelf kan koken, lieten we ons verrassen door de keuken. We kregen rijst met saus en worst, het was een soort van flauwe curry.. Maar het feit dat het totaal maar 4$ kostte, deed het een stuk beter smaken. Toen wij voorzichtig onze eerste hap namen, hoorden we een stel in het Nederlands babbelen over waar ze gingen zitten, aangezien bijna alles vol zat. Aan onze tafel was nog plek voor twee personen, dus we hadden ze uitgenodigd om aan te schuiven. Zij hadden ook wat te eten besteld en we hebben dik anderhalf uur zitten praten alsof we al dagen samen op reis waren. Om 19:45 hielden zij het voor gezien; ze hadden gereserveerd voor een film. Dat bracht ons op het idee om lekker lui een film op bed te kijken en op tijd te gaan slapen (je moet na zo'n lange tijd op matjes geslapen te hebben natuurlijk zo lang mogelijk genieten van de "luxe" bedden).

Oudjaarsdag
Dit jaar helaas geen oliebollen (probeer maar eens uit te leggen wat die letterlijk vertaalde "oil balls" nou precies zijn), maar ondanks dat natuurlijk wel een oud en nieuw die ik nooit meer vergeet. Toen we oudjaarsdag wakker werden, hebben we rustig ontbeten met de tv aan. Helaas was op 4 van de 5 kanalen Tommy teleshopping troep en de andere zender stond afgesteld op de jaren 50 (alleen maar oude series en films waarvan ik zeker weet dat ook mijn ouders die niet hebben gekend).

Niet dat we van plan waren om lang in het hostel te blijven, we hadden namelijk geluk met het weer (zon met een aangename 24 graden). Dus om jullie jaloers te maken: wij hebben op oudejaarsdag rondgelopen in korte broek en t-shirt. Toch wel een aparte ervaring, hoewel ik moet toegeven dat ik op dat moment liever in sneeuw en kou rondliep.

Na een kwartiertje lopen stonden we voor de ingang van de antieke kabelbaan. Daar hebben we vervolgens 3 kwartier in de rij gestaan voordat we konden instappen en de heuvel opgingen. De eerste wagon ging al in 1902 naar boven en daar is ie gebleven; in het museum wel te verstaan. Na een kort bezoekje aan dat museum zijn we terug naar beneden gelopen via een botanische tuin. Je hoeft je kleren vervolgens een week niet te wassen, want je rook daarna weer zo fris en fruitig als die beer van Robijn.

Na opnieuw een praatje gemaakt te hebben met Jenny (sommige mensen kom je echt overal tegen), zijn we een snelle citywalk gaan doen. Wellington heeft erg veel mooie gebouwen vergeleken met andere steden hier, maar het haalt het natuurlijk niet bij een oude stad als Utrecht of Amsterdam. Nieuw-Zeeland is een relatief 'jong' land, met weinig geschiedenis en dat merk je als je door de steden loopt. We hebben nog even wat gegeten in het park en zijn daarna terug gegaan naar het hostel.

Scopa
Die avond hadden we om 18:30 uur bij de I-site afgesproken met Sarah en Julian (en hun kleine meid). Zij hadden die dag ervoor iemand ontmoet en aangezien zij anders alleen zou zijn, ging zij ook mee. Het plan was om uit eten te gaan, wat te drinken en daarna oud en nieuw in te luiden (met de stiekeme hoop op vuurwerk). We zaten om 19:00 uur in Scopa, een Italiaans restaurant met overheerlijke pizza's en pasta's. Helaas voor mij had mijn pizza een "ongelukje" gehad in de oven en dat had hij jammergenoeg niet overleefd (zo omschreef de ober het). 5 minuten later kon gelukkig ook ik mijn botte mes in een pizza zetten. Terwijl wij nog een cocktail bestelden als toetje, leek het alsof heel Wellington trek had gekregen en in de rij stond bij (in) Scopa. Mensen proberen je dan ineens (enigszins geïrriteerd) weg te kijken van je tafeltje, iets waar ik altijd spontaan heel lui van word.

Na een korte wandeling door de stad zijn we richting de haven gegaan en zijn buiten (!) in een lounge van een bar gaan zitten. Het was erg gezellig, maar je kon aan de omgeving niet afzien dat het twee uur later nieuwjaar zou zijn. Op een paar opgedirkte meisjes met te korte rokjes na, was er bijna niemand op straat of in de kroeg. Toen het kwart voor 12 was, gingen we naar het water. Daar waren meer mensen en iedereen verwachtte stiekem wat vuurwerk of een countdown. Helaas was van beiden niks te bekennen en ergens tussen 23:59:30 en 23:59:59 begonnen groepjes mensen door elkaar heen af te tellen. Het resultaat: een ietwat onduidelijk begin van het nieuwe jaar. Een fles champagne kon ook niet in het openbaar opengetrokken worden, want heel Wellington centrum is liquor ban area. Wel hadden we wat feesttoeters mee en zagen we zo nu en dan een verdwaalde vuurpeil de lucht ingaan.

Vervolgens hebben we een afgelegen plekje opgezocht en toch een glaasje bubbels gedronken. Een handige verstopplek, die kinderwagen van Sarah en Julian. Zij gingen daarna terug naar hun hostel. Hilja en ik gingen op zoek naar een feestje, maar nog steeds waren de kroegen en straten akelig leeg. We hebben dus even kort het thuisfront gebeld en daarna zijn we maar terug gegaan naar het hostel. Al met al een hele aparte ervaring, blijkbaar is oud en nieuw hier niet het feest dat wij gewend zijn (althans niet in Wellington). Ook op de hotelkamer konden we niet proosten op het nieuwe jaar, want het was een "dry" hostel. Na een tijdje met een licht jaloerse blik naar de tv gekeken te hebben (vuurwerk en een feestende menigte in Auckland), zijn we gaan slapen.

Nieuwjaarsdag
Ergens was het ook wel prima om al rond 2 uur te slapen, want om 10 uur 's ochtends werden we alweer opgepikt voor een Lord of the Rings tour. In de bus kregen we telkens foto's en filmpjes te zien, die je geheugen even opfristen voor de komende filmlocaties. Daarnaast kregen we veel leuke weetjes over de moeite die gedaan werd om de films tot in details "perfect" te krijgen.

Helms Deep & Minas Tirith
De eerste stop was bij Helms Deep, of beter gezegd: bij een quarry. Tijdens het filmen was de quarry omgetoverd in een kleine stad: Helms Deep. Later is op dezelfde plek, met Helms Deep als basis, Minas Tirith gebouwd. Het was een gigantisch bouwwerk (geen maquette op schaal) van hout en ander materiaal. Door speciale verf leek alles echter van steen en rots. De cameratechnieken zorgden ervoor dat de stad in de film nog veel groter leek dan die daadwerkelijk was. Part of the deal was om alles weer in originele staat te herstellen, dus werd de set gebouwd van recyclebaar materiaal, dat nu als isolatie onder heel wat huizen in Nieuw-Zeeland ligt. Het enige overgeblevene is een stenen trap die uit de rotsen van de quarry is gehouwen. Iemand is daar 3 weken fulltime mee aan het werk geweest. De trap is vervolgens maar een paar seconden zichtbaar in de film en de arme man staat niet eens in de credits (aftiteling) van de film. Helemaal lullig is dat zijn kunstwerk is begraven door de quarry-eigenaar, omdat er te veel toeristen als kip zonder kop rondliepen in de quarry om een foto te maken, tussen de 40-100 ton wegende trucks die stenen afvoerden.

Isengard
De volgende locatie was Isengard, met als eerste de weg waarover Gandalf te paard binnen komt rijden om Sauruman te bezoeken. Dat pad bestaat niet meer en de poort waar Gandalf onderdoor binnenreed heeft überhaupt nooit bestaan; het was een op schaal gemaakte poort die precies zo voor de camera werd geplaatst, dat het leek alsof die levensgroot was en Gandalf er onderdoor reed. Vervolgens liepen we door naar het park waar Gandalf en Sauruman liepen om te discussiëren over de ring die gevonden was. Toen was het fototijd: je kon met een staf in de hand de route lopen die de wizards ook liepen. Dat leek mij wel grappig en aangezien niemand zich vrijwillig aanmeldde, trok ik mijn mond open. Even later stond ik met de staf van Sauruman in de hand te babbelen over koetjes en kalfjes met een meisje dat voor Gandalf door moest gaan. Dit tot vermaak van de rest van de (fotograferende) groep. Tenslotte kwamen we bij de Trees of Isengard: de "bomen" die door Sauruman gekapt werden en de vurige pit in werden gegooid om een Mordor-waardig leger te creëren. Dit was in werkelijkheid maar 1 boom, een neppe op een scharnier wel te verstaan (gemaakt door Weta Cave). die telkens vanaf een andere hoek werd gefilmd.

Toen we weer in de bus zaten, op weg naar de "Aragorn washed ashore" locatie, kregen we te horen dat de Aragron uit de film niet de originele acteur was. Met de eerste keus viel namelijk niet te werken, maar dat bedachten ze zich toen er nog maar 48 uur te gaan was voordat de opnames begonnen. De huidige acteur is toen benaderd, die kreeg een middag om te bedenken of hij al zijn werk en bezigheden wilde laten vallen voor deze rol (dat betekende verhuizen naar Nieuw-Zeeland voor een aanzienlijke tijd). Hij had de boeken nooit gelezen en zat erg te twijfelen, het was zijn zoontje (groot fan) die hem overhaalde. In het vliegtuig heeft hij de boeken snel doorgenomen en was verkocht. Daarna deed hij heel veel (slapen in kostuum bijvoorbeeld) om in het personage te komen. Zijn zoontje werd beloond met een heel klein rolletje in de film: hij stond achter het kind dat het zwaard van Aragorn te zien kreeg. Tijdens de opname van de laatste film was zijn zoon alweer een stuk groter en kreeg de rol van ork. Ironisch genoeg was hij de eerste ork die door Aragorn gedood werd tijdens het grote gevecht om Minas Tirith.

Eenmaal aangekomen bij de rivier zagen we precies waar hij in de film aanspoelde en wakker werd gemaakt door zijn paard. Alleen het opgespoten zand was inmiddels weer weggespoeld. Uiteraard was dit ook een fotomoment, maar ik wilde niet opdringerig zijn en weer als eerste mijn mond open doen. Toen het weer een tijdje stil bleef vroeg de gids uit zichzelf of ik misschien weer wilde. Dat wilde ik wel. Hilja (of "Hiiiiiiiiiiljaaaa pfff" in het paards) was in dit geval het paard dat mij wakker maakte en de gids was tijdelijk onze fotograaf.

Rivendell
De laatste grote stop was bij Rivendell, het elfendorp. Hier hebben we eerst geluncht voordat we naar de filmlocaties gingen. In de omgeving zijn veel bomen en planten weggehaald voor het filmen. Na afloop zijn ze allemaal weer op dezelfde plek terug geplant (met foto's als oriëntatie), om de schade aan de natuur zoveel mogelijk te beperken. Iets verder kwamen we bij "Legolas Tree", de boom waaronder Orlando Bloom als Legolas op de officiële filmposter staat. Wederom de vraag wie hier op de foto wilde (incl peil, boog en cape). Je voelt m wel aankomen.. en even later stond ik onder de boom met de cape om en peil en boog in mijn handen. Voordat de foto's gemaakt werden, kwam er nog kleine verrassing in de vorm van een blonde pruik en elfenoren. Die maakten volgens de gids het plaatje compleet, maar dit had hij er van tevoren maar niet bij vermeld. Vervolgens ben ik niet alleen door Hilja op de foto gezet, maar door die hele groep ramptoeristen, dus wie weet vind ik mezelf nog een keer terug op Google, verkleed als elf.

Vervolgens konden we zelf kiezen of we nog een stuk wilden lopen in een stuk native bush, waar je in de films de orks doorheen ziet rennen. Om daar te komen moesten we een rivier oversteken, door middel van een hangbrug die een flink aantal meters hoger hing. Daarna moesten we anderhalf uur rijden voordat we weer in de stad waren, gelukkig had de gids verschillende behind the scenes en making off filmfragmenten. Die avond hebben we onze backpacks alvast ingepakt, want de volgende dag (2 januari) hadden we om 9:00 uur de ferry.

Als je nu denkt dat wij die hard Lord of the Ring fans zijn dan heb je het mis, maar als je hier al die details hoort en op de locaties rondloopt dan heeft het toch wel echt wel wat!

Cruising the Cook Straight
We waren al vroeg op pad, het was nog 3 kwartier lopen naar de shuttlebus die om 8:00 uur vertrok. Toen we bij de ferryterminal aankwamen, gingen we uiteraard in de verkeerde rij staan. Dat, in combinatie met het IQ van het meisje achter de balie, zorgde ervoor dat wij als laatsten aan boord gingen. Je bagage wordt trouwens net zo ingenomen als bij een vliegveld, waarna je je boardingpass krijgt.

De ferry is niet bepaald een klein bootje (het beeld dat ik heb bij een ferry); het had de grote van een fullsize cruiseschip! Op de 8e etage kon je het dek op, daar hebben wij gekeken hoe het bakbeest de haven van Wellington uitmaneuvreerde. We bleven daar nog een tijd staan, aangezien er een kans was om dolfijnen en walvissen te zien. Helaas zagen we niks en er stond een gigantisch harde wind (blij met mijn winddichte jas), dus zijn we na een dik uur naar binnen gegaan, half strompelend en struikelend over slapende mensen (we hadden immers een vroege overtocht). We hebben lekker warme chocolademelk met een muffins gehaald en hadden geluk dat we nog ergens konden zitten waar we een klein beetje uitzicht hadden. Toen we in de buurt van het zuidereiland kwamen, zijn we weer naar buiten gegaan om foto's te maken en van het schitterende uitzicht te genieten. Eerst zagen we de ferry als een noodzakelijkheid (het kostte immers dik $50 per persoon), maar achteraf was het meer een cruise dan alleen een overtocht.

De geologische helft
Het plaatsje dat ons verwelkomde op het zuidereiland was picton. Dit was ook direct de enige reden om in picton te zijn. Gelukkig hadden we een goedkope camping gevonden en aangezien we nog geen plan hadden voor het zuidereiland, zijn we er 5 lange nachten gebleven. Ik zeg lange nachten, want we sliepen er niet zo best. Er kwam om de zoveel tijd een trein met gigantisch veel lawaai langsrijden: rond middernacht, om 03:11 precies (ik heb m geklokt) en rond 06:00 uur weer. Daarnaast was het niet al te best weer, dus gingen de dagen ook niet zo snel. Gelukkig kwamen we de tweede dag mensen tegen die we in Whangarei ook al hadden ontmoet, dus dat betekende een avondje gezellig praten en ervaringen uitwisselen. Vervolgens kregen we een sms-je van Martijn dat hij, samen met zijn zus, nu in picton was en bij Alexanders motorcamp stond. Laat dat nou toevallig ook de camping zijn waar wij onze tent hadden opgezet. De dag erna hadden we 's avonds afgesproken en na wat bijgekletst te hebben, kwam Martijn op het idee om glowworms te gaan kijken. Die bleken zich vlak achter de camping in een stuk bos gevestigd te hebben. Ik heb nu dus alsnog een duidelijke foto met glowworms kunnen maken, aangezien ik de sluitertijd van mijn camera kon opschroeven. Iets wat niet lukte tijdens de (gehaaste) tour in de waitomo caves.

Na drie dagen min of meer opgesloten te hebben gezeten in onze tent, klaarde het op. Wij hebben die mogelijkheid direct aangegrepen om een flink eind te lopen. We wilden een deel van de Queen Charlotte track lopen, maar omdat je daar een paar tientallen dollars voor neer moest leggen (alleen om er te mogen lopen), hebben we daar vanaf gezien. In plaats daarvan hebben we een gratis walk gedaan (6 uur return), waar je ook uitzicht hebt op de Queen Charlotte Sound. Het was een prachtige wandeling langs verschillende baaien en bijna constant uitzicht op het water en de Sounds. Op de terugweg zagen we een paar roggen zwemmen in de baai en dat deed me direct denken aan die keer dat we gingen kajakken in Napier. Toen zwom er een gigantisch grote rog vlak onder mijn kajak door.

De laatste dag ontmoetten we Emilio, een jongen uit Argentinië. Na een tijdje gepraat te hebben en over en weer tips uit te wisselen (hij doet de route andersom) begon hij over Couchsurfing. Hij raadde dat erg aan en aangezien we een budgetele tegenslag hebben gehad, heb ik mijn profiel maar verder afgemaakt. Tijdens het koken kwamen we Devonia en Eline tegen, twee Nederlandse meiden. Eline is hier op vakantie en Devonia woont in Duniden (een plaats die ook op onze planning staat). Na een korte babbel kregen we de uitnodiging om bij haar te slapen als we in Duniden zijn. Zij kent alle mooie plekjes daar, waaronder een plek waar je met dolfijnen kan zwemmen. Iets leuks om naar uit te kijken dus! Zij aten die avond pannenkoeken en boden ons na afloop de overgebleven bloem aan. Wij hadden al een tijdje zin om pannenkoeken bakken, dus doe bloem namen we dankbaar aan!

Tranzalpine
Voordat we de 6e uit Picton vertrokken, moesten we nog een flinke tijd wachten (uitchecken is altijd om 10:00 uur). Een mooi moment om te de Tranzalpine te boeken: een "scenic train ride" van 4 uur, die dwars door de bergen (via Arthur's pas) van de oost- naar de westkust rijdt. Het schijnt 1 van de mooiste treinritten ter wereld te zijn (staat in top 10) en aangezien ze een zomeraanbieding hadden (99$), ging ik ergens naar binnen om te boeken. Helaas waren die tickets volgens de vrouw achter de balie al t/m maart uitverkocht.. We konden wel mee, maar dan voor bijna de dubbele prijs. Een beetje teleurgesteld zijn we daarna zelf op internet gaan zoeken wanneer die aanbieding wel weer beschikbaar was. Maar, koppig als ik ben, heb ik eerst nog een paar data ingevuld om te kijken of ie echt wel vol was. Bij stom toeval vond ik nog twee plekken voor 30 januari! Na kort overleg met Hilja (het sloot niet helemaal aan bij onze planning), ben ik direct weer terug gegaan om ze te boeken. De vrouw keek me zeer verbaast aan toen ik zei dat ik nog een plek had gevonden. Later bleek dat het de allerlaatste plekken waren op de hele trein. Aangezien weinig mensen zitplaatsvoorkeur aangeven, heeft de vrouw achter de balie dat wél gedaan, met als gevolg dat we volgens haar de beste stoelen hebben gekregen: rechterkant, raamstoelen, met je neus in de rijdende richting. Toch wel handig om via een bureau te boeken, dan kan je profiteren van local knowledge!

Nelson.
De eerste busrit op het zuidereiland ging naar Nelson. Toen we in de bus zaten, keken we onze ogen uit, omdat het uitzicht zo mooi (en anders) was. Ergens was het dan ook wel jammer om maar een ruim uur in de bus te zitten. Trouwens, even over de wegen: een weg buiten de stad is altijd een snelweg (tenzij anders aangegeven) en hier mag je 100 km/h. En denk bij het woord snelweg niet aan een weg zoals in Nederland, want als je de Nederlandse regering erbij zou halen, dan reden we hier met z'n allen niet harder dan 60 km/h. 100 km/h is inderdaad een snelheid die op veel van de bergwegen niet goed is voor je gezondheid, hier rijdt men dan ook wat langzamer. En dan heb je de bussen, die rijden op de meest steile punten in de bergen ongeveer 25 km/h, simpelweg omdat ze niet harder kunnen.. om je even een idee te geven van de wegen hier.

Aangekomen in Nelson was het nog ongeveer 3 kwartier lopen naar de camping (en toch de dichtstbijzijnde vanaf het centrum). Ik kan me even indenken hoe de Duitsers zich voelen over het feit dat ze overal Duitsers tegenkomen, want wij hoorden bij aankomst op de camping overal Nederlands gekakel. De tent site was trouwens een kleine plek, waar je zelf kon kiezen waar je je tent neerzette. Je staat er nog net niet bij elkaar in de tent, maar de luxe om scheerlijnen te spannen heb je niet. Daarnaast lagen er overal scherpe stenen en was de grond keihard. Dus om nou te zeggen dat het de 20$ per nacht (een van de duurste tot nu toe) waard was.. nee.

Het regende flink in Nelson, dus de eerste paar dagen hebben we onze spullen opgeladen en films gekeken in de tv-room. Die was trouwens wel super goed, ze hadden meer dan 5 fulltime filmkanalen! Daar hebben we ook kennisgemaakt met Laura en Jurgen. Wij gingen eindelijk pannenkoeken eten, dus hebben we hun ook direct uitgenodigd voor onze Nederlandse avond. Na 3 uur bakken (1 goede pan en geen enkel degelijk gaspitje) hadden we eindelijk genoeg pannenkoeken voor ons allemaal.

The Ring
Toen het weer opklaarde zijn we naar het centrum gegaan, waar we bij toeval tegen DE ringmaker van de Lord of the Rings aanliepen: Jens Hansen. We zijn naar binnen gegaan en kregen tekst en uitleg van de juwelier, die er heel netjes uitzag, maar wel ringen met spikes en doodshoofden droeg! In Nederland zou dat (helaas) nooit kunnen. Er zijn totaal 40 ringen gemaakt, zodat elke acteur er 1 paste. Maar dé ring die gebruikt is in de film staat nog steeds in hun etalage. De elfentekst in de ring is trouwens een special effect, gemaakt door Weta Cave. De ringen zijn in real life dus gewoon "kaal". Daarna trok de juwelier een doos tevoorschijn met daarin een gigantische vergulde ring van misschien wel 15 centimeter. Dat was de ring die in de film is gebruikt voor close-ups en shots waarin je de ring door de lucht ziet vliegen. Vervolgens zijn we naar een kathedraal gegaan. Van daar had je mooi uitzicht over de stad. Tenslotte zijn we nog naar de zee gelopen. Deze keer geen zandstrand, maar allemaal rotsen. Daar heb ik Hilja geprobeerd te leren hoe je een steen over het water moet keilen, maar alle 20 stenen zonken als een baksteen. We zullen maar zeggen dat ik een slechte docent ben ;)

Motueka
Vervolgens gingen we naar Motueka, een heel klein plaatsje waar niet veel te doen is. Dit was voor ons het dichtstbijzijnde stadje vanaf het Abel Tasman National Park (de bus kwam niet dichterbij) en daar wilden we graag een dag kajakken. Gelukkig hadden we hier wel mooi weer, dus hebben we flink genoten van het zwembad.

De dag na aankomst zijn we naar Bob en Ellen geweest. Ik had van mijn oma hun contactgegevens gekregen en aangezien we toevallig naar hun woonplaats gingen, was het natuurlijk leuk om elkaar even te ontmoeten. Bob kwam ons om half 11 ophalen, maar aangezien we allebei niet wisten hoe de ander eruit zag, hebben we elkaar eerst vriendelijk gedag gezegd en liepen we verder, voordat we 10 minuten later (via de telefoon) elkaar herkenden. We zijn daarna naar hun huis in de bergen gereden, waar Ellen al op ons stond te wachten. Hun nieuwe huis is op dit moment nog in aanbouw (maar aan de buitenkant zag het er al schitterend uit), dus we gingen naar het tijdelijke onderkomen, maar wat een prachtlocatie!

We hebben eerst koffie/thee gedronken en daarna zijn Hilja en ik een klein stukje verder de berg opgelopen. Bob en Ellen gingen ondertussen de lunch voorbereiden. De lunch was erg lekker en voor ons doen, aangezien wij hier altijd heel "basis" eten, erg uitgebreid. Na de lunch hebben wij alles verteld over onze reis tot nu toe, inclusief een samenvattende fotoreportage. We hebben nog veel tips en leuke weetjes van hun gekregen en na nog wat gedronken te hebben, was het ineens alweer half 7. Al met al was het een hele gezellige dag en we zijn flink verwend!

Sea kayakking in Abel Tasman National Park
Na een dagje hangen in en rond het zwembad, werden we weer actief: het was tijd om te zeekajakken in de Abel Tasman. Dit is het kleinste nationale park van Nieuw-Zeeland, maar met zijn "golden beaches" ook 1 van de mooiste.

Safety first
De dag begon, hoe kan het ook anders, met veiligheidsinstructies; wat te doen bij kapseizen, hoe kan je voorkomen dat je omslaat, hoe kom je uit zwaar weer/ruige zee, etc. Daarna konden we zelf onze route bepalen, want we hadden freedom kajaks gehuurd (zonder gids). Uiteraard kregen we wel een kaart mee. Allereerst gingen we naar Split Apple Rock, het heeft weinig fantasie nodig hoe die aan zijn naam gekomen is. Dat was direct het eerste fabelachtige strand waar we aanmeerden en onderweg daar naartoe zagen we vissen het water uitspringen. Het was net alsof je in een natuurdocumentaire van National Geographic beland was! Na de nodige foto's gingen we verder naar een ander strandje. We hadden niet genoeg tijd om naar alle stranden te gaan, dus we hadden voor onszelf een route gemaakt. Echter, toen we de helft van de afstand voor de tweede stop hadden afgelegd. stootte Hilja haar elleboog dusdanig hard dat zij met tranen in de ogen zat en ik vervolgens maar naar het dichtstbijzijnde strand heb gepeddeld; welkom op Coquille Bay. Het was er trouwens niet minder mooi om.. Wat een prachtige natuur.

Toen we klaar waren om verder te gaan, wilde ik de kajak weer het water inslepen. Net toen ik bij de waterrand kwam, stapte ik in twee bijen die vervolgens niet twijfelden over of ze me wel of niet wilden steken. Toen we later wat beter naar beneden keken, zagen we letterlijk tientallen aangespoelde bijen. Een goede waarschuwing voor de volgende stranden!

Eenmaal terug op zee stak er een flinke wind op. Hierdoor kwam je amper vooruit en waren de golven ineens wat hoger dan aangenaam. We hadden gehoord dat er een zeehondenkolonie leeft aan de noordzijde van Adele Island, dit was dan ook een beetje ons doel voor die dag. De ruige zee bemoeilijkte het enigszins, dus we hebben een pauze ingelast op Stilwell Bay. Dat strand was onomschrijfelijk mooi, maar om je toch een idee te geven: Expeditie Robinson is er niks bij! Een smakeloze lunch was dan ook nog nooit zo lekker!

Seals
Toen de wind ging liggen hebben wij ons snel in de kajak genesteld en zijn we overgestoken naar het eiland. Toen we bij het meest noordelijke punt aankwamen, zagen we ze: zeehonden. Eerst alleen één, maar later ook een groepje met hun kleintjes. Uiteraard heb ik wel eens zeehonden in een dierentuin gezien, maar dit is toch wel 10 keer mooier! Hilja dacht het zee-gedeelte even weg, dan hou je hond over. Voor haar een goede reden om ze proberen te lokken door te fluiten. Even later ging er zowaar een zeehond het water in. Hoewel ik niet denk dat het door het fluiten kwam, betrapte ik mezelf erop dat ik ineens ook flink wat (vals) fluitend geluid produceerde. De zeehond kwam heel dichtbij en bleef een tijdje in de buurt spelen in het water, daarna dook hij onder en hebben we m niet weer gezien. Zo klunzig ze op het land zijn, zo elegant zijn ze in het water, een hele mooie ervaring om dat in het wild te zien in plaats van achter glas!

Daarna besloten we om terug te gaan aangezien we een goede 6km terug moesten peddelen. In eerste instantie hadden we kalme zee en weinig wind, maar na een paar minuten stak de wind weer op. Deze keer was ie echter een stuk sterker en ging ie helaas niet meer liggen. Dit, in combinatie met de hoge golven, zorgde ervoor dat je op sommige momenten alleen peddelde om niet terug op zee geblazen te worden. Hilja had nog steeds last van haar elleboog, dus op sommige momenten (als zij even een korte break nam) moest ik even een tandje bijzetten. Na een tijdje ging de lol er wel vanaf en werd het best zwaar. Gelukkig kwam er op een gegeven moment een goed ritme in en hebben we zelfs nog 3 kajaks (heel langzaam) ingehaald. Na zo'n tweeëneenhalf uur non-stop hard peddelen kwamen we bij de kust. Aangezien we toen toch wel moe waren, hebben we de kajak daar aangemeerd en heb ik m het laatste stuk naar de oplegger gesleept.

Verder hebben we in Motueka een hele mooie wandeling langs drassig mangrove-achtig landschap gelopen, rustig aan gedaan, genoten van het weer en gezellig gebabbeld en ervaringen uitgewisseld met andere Nederlanders toevallig heel dicht bij Hilja hebben gewoond.

...
Havelock, dat was onze volgende bestemming. Waarom Havelock en waarom 3 dagen? Dat was de vraag die iedereen, zelfs de campingeigenaar, ons vroeg. Nou, omdat we de Tranzalpine hebben geboekt en daardoor wat meer tijd langs deze kant van Nieuw-Zeeland hebben dan we in eerste instantie dachten. En aangezien ons enige criteria een goedkope camping en warme douches zijn, was Havelock the place to be voor de komende 3 nachten. Wat hebben we daar dan gedaan? Daar kan ik heel kort over zijn: lang gepraat met twee Duitse meiden, een mooie wandelroute gelopen richting een waterval en voor het eerst de BBQ aangedaan! Je kan op dit moment namelijk mais kopen voor slechts 69 dollarcent (42 eurocent) per stuk! Achteraf hebben we ze niet eens op de BBQ gedaan, die lag al vol met vlees, aardappelen, champignons en uien. In plaats daarvan gingen ze 2 minuten in de magnetron. Schijnt nog gezonder te zijn ook!

Blenheim
De (voor ons) laatste kleine plaats in de Marlborough Region was Blenheim. Hier gingen we naar toe om dezelfde reden als dat we naar Havelock gingen. Daarna zouden we onze originele "route" verder oppakken. We zaten bij een backpackers die ook nog ergens een strookje gras hadden om je tent op te zetten. Het was dus weer hutje mutje met de buren. Als je het hek naast onze tent weg zou halen, dan zou je nog geen 3 meter hoeven lopen om op het naastgelegen spoor te staan. Ook hier hebben we dus niet veel geslapen, aangezien de trein op dezelfde tijden reed als de trein in Picton. Nu werden we echter niet alleen wakker van het geluid, maar ook omdat je van je luchtbed trilde.

Omdat Blenheim en Havelock erg dicht bij elkaar lagen, was er geen nieuwe walkway die we konden doen. Gelukkig was er een zwembad en scheen de zon op de dag van aankomst vol enthousiasme. Verder hebben we ons goed in het centrum vermaakt. De laatste avond raakten we aan de praat met Bobby Williams, hij heeft 5 jaar in Duniden gewoond en was erg geïnteresseerd in onze route. Terwijl wij daarover vertelden hebben we tips gekregen, aangezien hij het zuidereiland zowat kan dromen. Hij bevestigde (zoals we zelf al wel dachten) dat we met onze uitgestippelde route nog een prachtige reis voor de boeg hebben!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jelmer

Omschrijving: Dé 'once in a lifetime opportunity' grijpen: na het afronden van de studie gaan reizen! Samen met Hilja ga ik een half jaar naar Nieuw-Zeeland om daar een gigantische vakantie te vieren! Alle mooie plekjes bekijken en veel nieuwe ervaringen opdoen.

Actief sinds 14 Okt. 2013
Verslag gelezen: 690
Totaal aantal bezoekers 25142

Voorgaande reizen:

15 Oktober 2013 - 04 April 2014

Jelmer en Hilja gaan 'down under'

Landen bezocht: